Wie zijn wij echt?
Een veilige groepsdynamiek creëren waarin leerlingen vanuit respect met elkaar aan de projecten kunnen werken.
– (12) Zelfregulering. Ik heb alle opdrachten gemaakt zoals ik ze wilde maken. Ik ben trots op mijn werk.
– Taal (17)- Informatief: CV – Profiel/ Wie ben jij? Na het lezen van dit stukje weten andere mensen de belangrijkste dingen over mij. (Dv. 4)
– Taal (47) – Voltooid deelwoord. Ik kan werkwoorden van de kwaliteitenlijst als voltooid deelwoord schrijven (Taal actief groep 7 thema 5 les 2)
– Spelling (34) – Spatie. Ik gebruik de spatie op de juiste manier in mijn CV. (Dv. 4)
– Meten (23) – Tijd, tijdsduur. Ik kan bij dv. 5 de tijdsduur tussen twee tijdstippen berekenen in uren, minuten en secondes.
– Jezelf en de ander (11) Zelfstandigheid. Ik kan mijn plek vinden in de groep, ik weet hoe ik de groep kan helpen en doe dit zelfstandig.
– Jezelf en de ander (12) Zelfvertrouwen. Ik kan de dia “Dit ben ik” invullen en zo laten zien waar ik goed in ben en waar ik hulp bij nodig heb.
– (12) Zelfregulering. Ik heb alle opdrachten gemaakt zoals ik ze wilde maken. Ik ben trots op mijn werk.
– Taal (17)- Informatief: CV – Profiel/ Wie ben jij? Na het lezen van dit stukje weten andere mensen de belangrijkste dingen over mij. (Dv. 4)
– Taal (47) – Voltooid deelwoord. Ik kan bij dv. 4 de werkwoorden van de kwaliteitenlijst als voltooid deelwoord schrijven (Taal actief groep 8 thema 5 les 2)
– Spelling (34) – Spatie. Ik gebruik de spatie op de juiste manier in mijn CV. (Dv. 4)
– Meten (16) – Tijd, tijdsysteem. Ik kan bij dv. 5 uitleggen hoeveel tijd ik voor dit onderdeel nodig denk te hebben door kritisch na te denken.
– Jezelf en de ander (11) Zelfstandigheid. Ik kan mijn plek vinden in de groep, ik weet hoe ik de groep kan helpen en doe dit zelfstandig.
– Jezelf en de ander (12) Zelfvertrouwen. Ik kan de dia “Dit ben ik” invullen en zo laten zien waar ik goed in ben en waar ik hulp bij nodig heb.
Geef de leerlingen een kopie van de rubriek en bespreek deze tijdens het begin van het project. Hang vervolgens een kopie op het projectbord en bekijk of je zelf op papier of online wilt beoordelen.
De leerlingen zijn vrij om te maken wat ze willen. Voorbeelden om de leerlingen op weg te helpen:
– Complimentenspel maken.
– Een veilig hoekje waar leerlingen tot rust kunnen komen.
– Een stappenplan die doorlopen kan worden als je even niet weet hoe je vriendelijk feedback kan geven.
– Tips om rustig te blijven/worden.
– Tips om ruzies op te lossen.
– Een groepsspel waarbij je moet samenwerken.
De vakgebieden rekenen, taal, spelling en oriëntatie op jezelf en de wereld zijn verwerkt in de rubriek. De leerlingen werken hier tijdens het project aan en krijgen hier een beoordeling voor. De beoordeling kan genoteerd worden in het huidige leerlingvolgsysteem van school of het leerlingvolgsysteem van Uniek Onderwijs; de nummers bij de leerdoelen zijn aan dit volgsysteem gekoppeld.
De leerlingen kunnen gebruik maken van de opdrachten uit de huidige methode om het leerdoel eigen te maken. Zo kan in de visuele leerlijn van Taal Actief snel achterhaald worden welke les(sen) aansluit(en) bij het leerdoel. Om de zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten kan er voor gekozen worden dat je leerlingen zelf uitleg mogen zoeken in hun schoolmateriaal of eventueel online. Dit is vaak vooral geschik bij een herhaling. Bij het aanbieden van een nieuw leerdoel kan het van belang zijn als groepsleerkracht de uitleg te geven.
Woordenschat: Bepaal welke woorden die aan bod komen nog niet (volledig) beheerst worden en bespreek dit met de leerlingen. Noteer deze woorden op het projectbord en behandel ze zo veel mogelijk. Aan het eind van het project kan eventueel een toetsmoment plaatsvinden waarbij de leerlingen hun kennis over de woordenschat delen.
Naast de vakgebieden die in de rubriek naar voren komen kunnen er andere leerdoelen aan het project gekoppeld worden. Zo zal begrijpend lezen vrijwel altijd aan bod komen tijdens het onderzoek, hier kunnen opdrachten en/of leerdoelen aan gekoppeld worden en eventueel beoordeeld worden.
Om meerdere/andere leerdoelen aan bod te laten komen kunnen opdrachten aangepast worden om er de gewenste leerdoelen aan toe te voegen. Bijvoorbeeld de doelen die momenteel in de methode behandeld worden. Geef aan dat de leerlingen bij de schrijfopdracht van het project een beoordeling krijgen over de doelen van taal en/of spelling. Of laat ze het geleerde van OJW(Oriëntatie op jezelf en de wereld/ wereldoriëntatie) toepassen binnen het project. Op deze manier breng je als het ware de theorie naar de praktijk.
Wie ben ik? Wie zijn wij als klas? Wie is mijn coach?
Deelvraag 1: Wat is respect en wat heeft dit met ons te maken?
De leerlingen zien de klas als een team en de leerkracht als een coach. Binnen het kennismakingsproject leren de leerlingen elkaar op een andere manier kennen. We gaan op zoek naar elkaars kwaliteiten. Door kennis te hebben van deze kwaliteiten kunnen de leerlingen het teamwerk verbeteren. Vanuit het kennismakingsproject bouwen we de basis voor het werken vanuit PBL.
kritisch denken
creatief denken
probleem oplossen
informatie vaardigheden
ICT- basisvaardigheden
communiceren
samenwerken
zelfregulering
We gaan als team werken aan verschillende projecten en binnen deze projecten hebben we de hulp van iedereen nodig. Leerlingen moeten zich veilig voelen om creativiteit tot uiting te brengen en meningen en ideeën te delen. Het is niet zo dat iedereen bevriend met elkaar moet zijn maar we moeten wel samen kunnen werken met respect en oog voor elkaar.
Het is heel belangrijk dat je je als leerkracht kwetsbaar opstelt en inzet op relatie leerling-leerkracht. Een veilig klimaat is één van de factoren binnen PBL. Meer informatie hierover kun je vinden in het cursusboek voor de PBL coach.
Naast samenwerking en respect werken de leerlingen tijdens dit project ook aan verschillende computervaardigheden. Het is aan jullie te bepalen in hoeverre je de leerlingen online wilt laten werken. Je kunt er voor kiezen sommige onderdelen op papier te laten maken als je merkt dat het online niet (naar behoren) gaat.
Hierbij willen we wel aangeven dat het (vooral bij lagere groepen) soms veel tijd kost om een vaardigheid onder de knie te krijgen. Als ze dit beheersen kan het echter wel de zelfstandigheid van leerlingen vergroten. Bepaal dus vooraf de waarde van de vaardigheid en zie het dan als een investering
Probeer het dieper denken bij leerlingen te bereiken. Wat is nu echt de vraag hier?
Ze moeten het doel inzien en eigen maken om de intrinsieke motivatie te vergroten.
Tijdens de introductie krijgen de leerlingen informatie over het onderwerp en gaan ze achterhalen welke kennis ze missen om de hoofdvraag te beantwoorden.
Introductie
Vertel de leerlingen een inspirerend verhaal over het belang van goed teamwerk. Bijvoorbeeld dat Nederland veel verder kwam in het WK op het moment dat het team samenwerkte en in elkaar geloofden.
Dit is het moment om leerlingen enthousiast te maken.
Vervolgens maken de leerlingen teams/werkgroepen van 3 of 4 personen. De voorkeur gaat uit naar groepen van 3 zodat ze allemaal betrokken blijven.
Laat elke groep een teamnaam in één zin opschrijven wat respect is.
Als ze de opdracht hebt afgerond maak je de sprong naar het project vanuit de volgende vragen:
– Waar heb je aan gedacht bij het bedenken van de betekenis?
– Denk je de dat de betekenis volledig is? Waarom wel of waarom niet
– Waar denk je dat mensen aan moeten denken bij het geven van respect?
Geef aan dat ze als eindproduct een idee of product gaan bedenken om er voor te zorgen dat iedereen zich veilig voelt in de groep.
Het streven is om professionals op school uit te nodigen die informatie kunnen geven over samenwerken. Denk hierbij aan een coach van een sport, een directeur, etc.
Vragen om te achterhalen wat leerlingen al weten over teamwork (voorkennis ophalen)
– Heb je al een keer moeten samenwerken? Ging dit altijd goed? Waarom wel of waarom niet?
– Waar moeten we aan denken als we willen zorgen voor een goede samenwerking in de klas?
– Denk je dat samenwerken voor iedereen even makkelijk of moeilijk is? Waarom denk je dit?
– Hoeveel tijd zou het kosten om echt goed te kunnen samenwerken? Hoe ben je op dit antwoord gekomen? Heb je hier kritisch over nagedacht?
Noodzakelijke vragen opstellen.
Laat de leerlingen bedenken wat ze moeten weten om voor een goede samenwerking in de groep te zorgen.
De vragen moeten zoveel mogelijk vanuit de leerlingen komen, maar probeer deze ook aan bod te laten komen:
– Wat is samenwerken?
– Hoeveel mensen kunnen in een team samenwerken?
– Moet samenwerken altijd leuk zijn? Zo nee, wat is belangrijk als het niet leuk is? (alsnog respect tonen en zorgen dat het doel bereikt wordt)
– Hoe kunnen we erachter komen wat voor iedereen belangrijk is bij samenwerken?
– Waarom is samenwerken zo belangrijk?
– Hoe verbeter je de samenwerking? Noem 2 of 3 tips.
Onderzoek (begrijpend lezen)
De leerlingen gaan (online) antwoorden zoeken op hun noodzakelijke vragen.
De gevonden antwoorden worden samengevoegd en met elkaar gedeeld (klassikaal of in kleine groepjes).
Laat de leerlingen hun naam op de noodzakelijke vragen schrijven en bewaar ze voor de eindreflectie. Ze kunnen eventueel op de projectbord bewaard worden zodat ze tijdens het project gebruikt kunnen worden als informatiebron.
Inspiratie en motivatie
🇳🇱 Nederlands:
– Video’s
De kar (bevat moeilijke tekst, maar heeft visuele ondersteuning)
🇺🇸 Engels:
– Video’s
Inspirational Video On Rowing and Teamwork
Vooruitblik op het project
Rubriek en hoofdvraag
Bekijk en bespreek de rubriek en de hoofdvraag met de leerlingen.
Laat de leerlingen weten wat je van ze verwacht binnen dit project.
Reflectie op introductie:
– Over welk onderdeel van dit project ben je het meest enthousiast? Waarom?
– Welk deel van dit project zal volgens jou de grootste uitdaging voor worden? Waarom?
– Heb je na het onderzoek nieuwe noodzakelijke vragen die je graag aan het projectbord zou willen toevoegen?
Professionals
Zijn er ouders en of familieleden die ons iets kunnen leren over samenwerken? Laat de leerlingen de professionals eerst zelf vragen of ze naar school willen komen, vervolgens kun je het als coach overnemen. c
Voeg de materialen toe aan het projectbord.
De leerlingen voegen de noodzakelijke vragen en de antwoorden toe aan het projectbord.
Bewegend leren en kritisch denken.
De leerlingen moeten een manier bedenken om als volledig team aan de overkant te komen waarbij ze zich houden aan de 4 regels.
Dit is een leuke activiteit voor de eerste schoolweek, hang de werkbladen op en stel gedurende de dag vragen als:
- Wie weet wie er een hond als huisdier heeft?
- Wie heeft 2 broers en 1 zus?
- Wie eet erg graag .... ?
Laat elke leerling een kubus maken waarbij ze aan de linkerkant iets over zichzelf maken en aan de rechterkant iets over samenwerking in de klas. Het bovenste vlak maken ze allemaal in dezelfde kleur, laat ze deze kleur als groep bepalen.
Hebben ze een kleur gekozen? Hoe verliep deze samenwerking?
Hoe toon jij respect?
De leerlingen leren als team normen en waarden voor de klas op te stellen.
Jezelf en de ander (11) Zelfstandigheid. Ik kan mijn plek vinden in de groep, ik weet hoe ik de groep kan helpen en doe dit zelfstandig.
Activiteit 1, klassengesprek
Blik terug op de informatie die ze gevonden hebben in deelvraag 1; was is respect?
Heeft de groep al een projectleider? Laat hem of haar dan dit gesprek leiden en help waar nodig. Hebben jullie nog geen projectleider maar zouden jullie dit wel willen? (informatie staat bij onderdeel projectbord) Dan is dit een uitgelezen moment om de groep een projectleider te laten kiezen.
Laat de groep achterhalen wat ze moeten doen en stuur bij waar dit nodig is. Leg goede en minder goede momenten even stil om de leerlingen bewust te maken van het proces en gedrag.
Activiteit 2, samenwerkingscontract
Laat één leerling (of open het voor ze) het document openen op het grote bord zodat het voor iedereen zichtbaar is. Deze opdracht kan klassikaal of in groepen gedaan worden. Als je het klassikaal doet, is het belangrijk dat de leerlingen in een kring zitten (zonder tafel en materialen) zodat ze actief meedoen. Als je het is groepen doet moeten er taken verdeeld worden. Schrijft iedereen een regel op per onderdeel en worden deze uiteindelijk klassikaal gedeeld?
Taal/spelling: bekijk samen de tekst door. Zijn er dingen die aangepast kunnen worden? Zijn er typ- of spelfouten? Laat leerlingen hier respectvol mee omgaan.
Noodzakelijke vragen
Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef ze de tijd om hier onderzoek naar te doen.
Reflectie einde deelvraag
– Waar ben je het meest trots op in het samenwerkingscontract? Waarom?
– Kun je zelfstandig uitleggen wat we met respect bedoelen? Is er iets dat je nog verwarrend vindt?
– Is er iets dat je je nog steeds afvraagt over het samenwerkingscontract?
(Zo ja, kun je er een noodzakelijke vraag van maken?)
Rubriek
Laat de leerlingen de rubriek bekijken. Welk onderdeel denken ze al behandeld te hebben?
Bespreek het onderdeel:
OJW/Jezelf en de ander (11)
Zelfstandigheid. Ik kan mijn
plek vinden in de groep, ik
weet hoe ik de groep kan
helpen en doe dit
zelfstandig.
Laat de leerlingen met elkaar overleggen en op elkaar reflecteren. Als ze dit hebben gedaan kunnen ze hun rubriek invullen, dit mogen ze aan het eind van het project nog aanpassen.
Maak een kopie van de plattegrond van de klas of laat ze dit zelf maken (rekenactiviteit). Hoe zouden zij het lokaal, ralistisch inrichten?
Laat ze de woorden van de woordenschat in graffiti opschrijven.
De Engelstalige video is erg lang en kan dus in stukken aangeboden worden. De Nederlandstalige video duurt maar 5 minuten, maar geeft ook maar één stijl weer.
Kunnen de leerlingen samenwerken zonder met elkaar te praten?
Variatie 1:
Wanneer de groep de oefening onder de knie heeft kan de loper het tempo iets versnellen zodat de groep nog sneller moet reageren en anticiperen om er voor te zorgen dat de loper niet op een lege stoel kan gaan zitten.
Variatie 2:
Tel hoe vaak er van stoel wordt gewisseld. Iedere keer dat er van stoel wordt gewisseld krijgt de loper een punt. Hoe minder vaak de groep van stoel heeft kunnen wisselen voordat de loper een lege stoel heeft bemachtigd hoe beter. De loper met het minst aantal punten heeft gewonnen.
In deze wedstrijdversie is niet degene waarvan de lege ingenomen stoel was de volgende, maar ga je gewoon iedereen af totdat iedereen een keer aan de beurt is geweest.
Variatie 3:
Gebruik bij deze oefening muziek. Dit zal de groep helpen, omdat ze dan minder nadenken en sneller op hun gevoel keuzes maken.
Wie ben jij en wat maakt jou uniek?
De leerlingen komen meer te weten over zichzelf en hun manier van leren.
zelfregulering
ICT-vaardigheden
Jezelf en de ander (12) Zelfvertrouwen. Ik kan de dia “Dit ben ik” invullen en zo laten zien waar ik goed in ben en waar ik hulp bij nodig heb.
ICT-vaardigheden: als de leerlingen per ongeluk een dia verwijderen kunnen ze deze terugkrijgen door de snelkoppeling CTR+Z te gebruiken, of de optie ‘ongedaan maken’ te gebruiken.
Activiteit 1, ben ik een beelddenker of een taaldenker
Het kan zijn dat de leerlingen niet kunnen achterhalen wat ze zijn, dit is oké. Het gaat erom dat ze er bewust van zijn en er over nadenken.
Probeer even stil te staan wij de dia waar de kenmerken van beelddenkers beschreven staan. Wie herkent zichzelf hierin? Kunnen ze ook uitleggen waarom?
– Zijn er dingen die er tussen staan waar ze last van hebben?
– Hebben ze familieleden die hetzelfde hebben?
– Welke kenmerken hebben ze niet?
– Wat zou het kunnen betekenen als je deze kenmerken juist niet hebt?
– Wat is positief bij een beelddenker?
– Wat is positief bij een taaldenker?
– Is het fijn om een taal- en beelddenker in een team te hebben?
Laat de leerlingen de test invullen (link naar een invulformulier). Zodra de leerlingen de test inleveren krijgen ze het volgende bericht:
Bekijk de antwoorden. Als je meer dan 10 antwoorden goed hebt kan het goed zijn dat je een beelddenker bent. Heb je minder dan 10 antwoorden goed? Dan ben je waarschijnlijk een taaldenker. Maar dit is niet een waterdichte test, bij twijfel zou ik meer informatie online zoeken en het plaatje in de Powerpoint nog eens goed bekijken
Activiteit 2, dit ben ik!
De leerlingen gaan aan de slag met ICT. Ze mogen op een creatieve manier meer over zichzelf vertellen. Bij deelvraag 1 hebben ze geleerd hoe ze bestanden moeten toevoegen aan de dia.
Noodzakelijke vragen
Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef de leerlingen de tijd om hier onderzoek naar te doen.
Reflectie einde deelvraag
– Wat is een taaldenker?
– Wat is een beelddenker?
– Heb je meer over jezelf geleerd bij deze deelvraag? Wat heb je geleerd?
– Helpt het je om meer over jezelf te weten denk je?
– Zou je de nieuwe dingen die je geleerd hebt willen vertellen aan je familie?
– We hebben net deelvraag 3 afgemaakt, wat zijn je verwachtingen voor de volgende deelvragen?
Laat de leerlingen elkaar interviewen. Wat zouden ze graag over de ander willen weten en hoe kunnen ze dit op een respectvolle manier vragen? Laat ze ook vragen bedenken die ze kunnen gebruiken om nog meer over een onderdeel te weten te komen (doorvragen). Hoe gaan ze de informatie verzamelen? Wat gaan ze doen met de informatie? Welke stem kun je het beste gebruiken als er veel mensen tegelijk moeten praten?
De leerling maken een gezamenlijk moodboard over samenwerken in deze klas. Laat kleuren, vormen en materialen terugkomen in het moodboard. De leerlingen mogen zelf iets tekenen of online een afbeelding zoeken.
Kies een opdracht uit van de eigen leerroute en voeg hem toe aan het portfolio.
Hoe vorm je een team met wederzijds respect?
De leerlingen leren jou beter kennen en krijgen meer te weten over jouw rol als coach.
zelfregulering/ autonomie
samenwerken
communiceren
– Taal (17)- Informatief: CV – Profiel/ Wie ben jij? Na het lezen van dit stukje weten andere mensen de belangrijkste dingen over mij. (Dv. 4)
– Taal (47) – Voltooid deelwoord. Ik kan de werkwoorden van de kwaliteitenlijst bij dv. 4 als voltooid deelwoord schrijven (Taal actief groep 7 thema 5 les 2)
– Spelling (34) – Spatie. Ik gebruik de spatie op de juiste manier in mijn CV. (Dv. 4)
– Taal (17)- Informatief: CV – Profiel/ Wie ben jij? Na het lezen van dit stukje weten andere mensen de belangrijkste dingen over mij. (Dv. 4)
Taal (47) – Voltooid deelwoord. Ik kan bij dv. 4 de werkwoorden van de kwaliteitenlijst als voltooid deelwoord schrijven (Taal actief groep 8 thema 5 les 2)
– Spelling (34) – Spatie. Ik gebruik de spatie op de juiste manier in mijn CV. (Dv. 4)
Activiteit 1, de informatie van de klanten organiseren
Laat de leerlingen de informatie die ze gekregen hebben ordenen in dit schema.
(In de link staat het volledige schema die jullie op het bord kunnen presenteren.)
Activiteit 2, plattegrond maken en beschrijving schrijven
Laat de leerlingen de officiële plattegrond voor hun klanten maken. Hierbij gebruiken ze alle informatie die ze tot nu toe gevonden hebben.
Nadat ze de plattegrond hebben gemaakt maken ze een beschrijving over de plattegrond, hoe hebben ze de ruimte zo optimaal mogelijk benut.
Noodzakelijke vragen
Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef de leerlingen de tijd om hier onderzoek naar te doen.
Reflectie einde deelvraag
– Op welke ideeën/oplossingen van jullie plattegrond ben je trots?
– Hoe goed heeft jullie team tot nu toe samengewerkt?
– Hoe zou je de samenwerking in de toekomst kunnen verbeteren?
– Is er iets aan je tiny house dat volgens jou moet worden verbeterd voordat het definitieve ontwerp klaar is?
De leerlingen bepalen met welke materialen en kleuren ze het huis willen inrichten. In deelvraag 1 (Materialen en structeren) hebben ze hier al kennis mee gemaakt. Laat ze per kamer bepalen welke materialen en kleuren ze daar toepassen en waarom.
De leerlingen bellen aan bij een huis. Op het kaartje staat waarom ze aanbellen. De bewoners mogen niet zomaar de deur dicht doen.
Als de coach 'Freeze' zegt stopt het spel en mag de klas bedenken wat er voorvalt, daarna spelen ze het spel verder.
Hoe kunnen we onze tiny houses aanpassen zodat ze perfect zijn voor de klanten?
De leerlingen krijgen feedback op hun plattegrond en beschrijving en ronden dit deel af. Daarna maken ze een 3D-model vanuit hun plattegrond en beschrijving.
intrinsieke motivatie
creatief denken / onderzoek
probleem oplossen
kritisch denken
plannen (projectleider)
creativiteit
ICT- basisvaardigheden
informatie vaardigheden
zelfregulering/ autonomie
samenwerken
communiceren
Activiteit 1, reflecteren op elkaars werk
Laat de leerlingen reflecteren op elkaars werk door 2 teams samen te brengen.
Zie activiteit: link
Activiteit 2, laatste aanpassingen aan de plattegrond
Nu dat de leerlingen hebben gereflecteerd op elkaars werk gaan ze de feedback verwerken in hun eindproduct. Herinner de leerlingen eraan dat het gaat om de wensen van de klanten. Dus als ze feedback hebben gekregen die tegen de wensen van de klanten ingaat hoeven ze deze niet te verwerken.
Activiteit 3, 3D-model bouwen
Als de leerlingen de feedback hebben verwerkt gaan ze beginnen aan hun 3D-model.
Bedenk op voorhand welk materiaal de leerlingen mogen gebruiken bij dit model.
Per leerjaar kan bekeken worden in hoeverre het 3D-model op schaal gemaakt moet worden.
Er kan gekozen worden voor;
– precieze afmetingen,
– globale afmetingen maar wel de maten laten noteren (meter, centimeter, etc),
– of zonder afmetingen.
Noodzakelijke vragen
Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef de leerlingen de tijd om hier onderzoek naar te doen.
Reflectie einde deelvraag
– Hoe voelde het om feedback te krijgen over je product?
– Heb je na de feedback dingen kunnen veranderen? Waarom wel of waarom niet?
– Was het makkelijk of moeilijk voor je om feedback te geven aan je klasgenoten? Waarom?
Maar een voorziening die in de buurt staat en bijzonder is om te benoemen, bijvoorbeeld een park /speeltuin / winkel /bezienswaardigheid. Bepaal zelf hoe je het gaat maken. Welke materialen heb je nodig. Maak het op schaal.
Maak foto's van het huis en verwerk het in een brochure van 2 pagina's.
Maak een reclame of informatievideo over de woning. Schrijf eerst een script om er voor te zorgen dat alle belangrijke informatie aan bod komt.
Hoe kunnen we onze tiny houses delen met onze klanten?
Leerlingen gaan hun eindproduct (3D-model) presenteren aan hun klanten.
intrinsieke motivatie
kritisch denken
zelfregulering/ autonomie
samenwerken
communiceren
Bij deze activiteit moeten de klanten naar school komen.
Maak een planning voor het bezoek van de klanten. Tijdens deze deelvraag gaan de leerlingen hun eindproduct presenteren.
Activiteit 1, presentatie voorbereiden
Voordat de klanten naar school komen gaan de leerlingen hun presentatie voorbereiden en oefenen. Laat ze opschrijven wat ze willen zeggen en hoe ze dit willen zeggen.
Help de leerlingen hierbij door aan te geven wat belangrijk is om te vertellen tijdens de presentatie:
– afmetingen
– speciale meubels
– wensen van de klanten die in het huis verwerkt zijn
– etc.
Om het meer vanuit de leerlingen te laten komen kan je gezamenlijk een lijst samenstellen van onderdelen die ze aan bod willen laten komen tijdens de presentatie. Nodig de klanten weer uit en laat de leerlingen hun eindproduct presenteren.
Activiteit 2, eindproduct presenteren
Nodig de klanten weer uit en laat de leerlingen hun eindproduct presenteren.
Je kunt er voor kiezen klassikaal te beginnen waarbij de leerlingen kort vertellen wat ze hebben gedaan om tot het eindproduct te komen. Hoe ze onderzoek hebben gedaan en het eindproduct in deze staat hebben gekregen.
Moedig de klanten aan kritische vragen te stellen en feedback te geven aan de leerlingen.
Bedenk of je de klanten alleen mondeling feedback wilt laten geven of dat je ze ook een feedbackformulier wilt laten invullen.
Maak een tijdsplanning waarin tijd is opgenomen om het succes van de leerlingen te vieren. Kijk of je na de presentatie op school of online een plek kan vinden voor de eindprojecten van de leerlingen.
Activiteit 3, eindreflectie
Laat de leerlingen hun eerste noodzakelijke vragen bekijken om te laten zien hoeveel ze geleerd hebben tijdens dit project.
Pak daarna het portfolio en de rubriek erbij om te reflecteren op het project.
Bespreek het proces met de leerlingen. Hoe zijn we begonnen en wat hebben we geleerd?
Pak de rubriek van de 21-e eeuwse vaardigheden erbij en bespreek de doelen. Waar hebben ze vooruitgang in geboekt en hoe hebben ze dit gedaan? Waar zouden ze tijdens het volgende project graag aan blijven werken en welke nieuwe doelen stellen ze zichzelf?
Laat ze terug kijken op het hele proces, waar zijn ze het meest trots op?
Je kan er voor kiezen ze dit op te laten schrijven en op de muur te hangen.
Bespreek de samenwerking in de groep. Hoe vonden de leerlingen het om een specifieke rol te hebben? Waar hadden ze moeite mee en wat ging ze goed af? Welke tips hebben ze voor de leerlingen die de volgende keer deze rol op zich zullen nemen?
Om klanten aan te trekken organiseren de leerlingen een open huis feest. Hoe gaan ze er voor zorgen dat ze naar hun feest komen?
Maak een advertentie voor Social Media. Waar heb je een gedacht bij het maken van deze content. Heb je je verdiept in de wereld van de social media?
Kies een optie uit van de persoonlijke leerroute en voeg het toe aan het portfolio
© 2022 Uniek Onderwijs, alleen voor klanten. Delen is strafbaar.
Uniek Onderwijs – Den Haag
+316 2838 0555 | info@uniekonderwijs.com