fbpx

Vakgebied

Hoofdvraag

Hoe kunnen we een tiny house ontwerpen en bouwen voor onze klanten?

Doel en professionals

De leerlingen ontwerpen een tiny house en bouwen een 3D-model.

Professionals:

Tijdens deelvraag 3 en 6:

– klanten die een tiny house zouden willen kopen en voor beide deelvragen beschikbaar zijn (fysiek of online)

Kan bij elke deelvraag aan de orde komen:

– iemand die werkt met de bouw of ontwerp van (tiny) huizen

 

Kerndoelen voor dit project

kritisch denken

creatief denken

probleem oplossen

informatie vaardigheden

ICT- basisvaardigheden

communiceren

samenwerken

zelfregulering

planning

creativiteit

1 – De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2- De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

4 – De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.

5 – De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

6 – De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.

 10 – De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

11 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

12 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

32 – De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 

33 – De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.

49 – De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.

50 – De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.

Projectoverzicht & rubrieken

Eindproduct

Een 3d-model van hun Tiny House

Werkboeken voor leerlingen en een werkboek met kopieerbladen voor de leerkracht vanuit de vakgebieden.

Er is bij dit project een Pdf-bestand met kopieerbladen en een Pdf-bestand als werkboek voor de leerlingen. De kopieerbladen komen aan bod tijdens de verschillende deelvragen op het moment dat relevant is. Het werkboek zullen de leerlingen gebruiken om het 3D-model te bouwen.

In de handleiding verwijzen we meerder keren naar een werkblad, deze kun je vinden in het werkboek met kopieerbladen. 

Werkboek voor leerlingen.

Groep 3

Ontwerp je eigen tiny house!

In dit werkboek vind je plattegronden en meubels. Elke plattegrond heeft plakranden zodat je het huisje kan bouwen. De ramen en deuren zitten er nog niet in, dit doe je zelf. Het huis heeft ook nog geen verdieping, dit mag je ook zelf doen.

Er is een plattegrond met en zonder lijnen. De plattegrond zonder lijnen kun je gebruiken op het eind, als je het eindproduct gaat maken. De lijnen helpen bij het inrichten en meten van de meubels. Zijn er meubels die je graag zou willen maar die er niet bij zitten? Deze mag je dan zelf maken, let dan wel op de maten van de meubels, ze moeten de juiste maat hebben (realistisch zijn). Vraag iemand om hulp als het niet alleen lukt. Plak de meubels pas op als je zeker weet dat je het tiny house zo wilt inrichten. Gebruik een envelop of insteekhoes om de uitgeknipte meubels te bewaren. Vergeet ook niet je naam op de achterkant van jouw plattegrond te schrijven.

Heel veel succes! We kunnen niet wachten om te zien hoe jij het huis gaat inrichten!

Groep 4

Ontwerp je eigen tiny house!

In dit werkboek vind je plattegronden en meubels. Elke plattegrond heeft plakranden zodat je het huisje kan bouwen. De ramen en deuren zitten er nog niet in, dit doe je zelf. Het huis heeft ook nog geen verdieping, dit mag je ook zelf doen.

Er is een plattegrond met en zonder lijnen. De plattegrond zonder lijnen kun je gebruiken op het eind, als je het eindproduct gaat maken. De lijnen helpen bij het inrichten en meten van de meubels. Zijn er meubels die je graag zou willen maar die er niet bij zitten? Deze mag je dan zelf maken, let dan wel op de maten van de meubels, ze moeten de juiste maat hebben (realistisch zijn). Vraag iemand om hulp als het niet alleen lukt. Plak de meubels pas op als je zeker weet dat je het tiny house zo wilt inrichten. Gebruik een envelop of insteekhoes om de uitgeknipte meubels te bewaren. Vergeet ook niet je naam op de achterkant van jouw plattegrond te schrijven.

Heel veel succes! We kunnen niet wachten om te zien hoe jij het huis gaat inrichten!

Kopieerbladen voor leerkrachten.

Groep 3

Kopieerbladen

In dit werkboek staan verschillende materialen vanuit de vakgebieden van de leerlingen. Probeer de opdrachten vanuit de leerlingen aan bod te laten komen. Bijvoorbeeld het opmeten van de meubels. Laat merken dat het een probleem is dat je de maten van de meubels niet weet “Hoe groot is een bed eigenlijk?” Past dit wel in het huis?” Je zou ook de klanten kunnen aansporen verschillende onderdelen aan de leerlingen te vragen zodat er intrinsieke motivatie gecreëerd zal worden. Zodra de leerlingen inzien dat ze dit onderdeel nodig hebben om de hoofdvraag te beantwoorden zullen ze de opdracht gemotiveerd maken. Deel op zo’n moment het werkblad uit waar jullie aan gaan werken. Laat de leerlingen ook weten en voelen dat ze professioneel aan het werk zijn en dat je onder de indruk bent van hun kunnen.

Groep 4

Kopieerbladen

In dit werkboek staan verschillende materialen vanuit de vakgebieden van de leerlingen. Probeer de opdrachten vanuit de leerlingen aan bod te laten komen. Bijvoorbeeld het opmeten van de meubels. Laat merken dat het een probleem is dat je de maten van de meubels niet weet “Hoe groot is een bed eigenlijk?” Past dit wel in het huis?” Je zou ook de klanten kunnen aansporen verschillende onderdelen aan de leerlingen te vragen zodat er intrinsieke motivatie gecreëerd zal worden. Zodra de leerlingen inzien dat ze dit onderdeel nodig hebben om de hoofdvraag te beantwoorden zullen ze de opdracht gemotiveerd maken. Deel op zo’n moment het werkblad uit waar jullie aan gaan werken. Laat de leerlingen ook weten en voelen dat ze professioneel aan het werk zijn en dat je onder de indruk bent van hun kunnen.

Inhoudsopgave

Projectbord

Voorbereiding

Als je het projectbord voor de eerste keer gaat gebruiken zal het meer tijd in beslag nemen. 

Het is belangrijk dat het bord vanuit de groep tot stand komt, de leerlingen denken mee en helpen met deze voorbereiding.

Ze gaan kritisch kijken op welk formaat de verschillende onderdelen geprint moeten worden om het zo duurzaam en duidelijk mogelijk te gebruiken. 

De meeste materialen zal je elk project opnieuw inzetten. Hierdoor raden we aan sommige onderdelen te lamineren zodat je er met een whiteboardmarker op kan schrijven en het kan hergebruiken. 

 

Het projectbord is een houvast voor het project. Probeer het zo veel mogelijk in te zetten door er altijd mee te starten en er de dag mee af te sluiten. Wat weten we al en wat moeten we nog te weten komen? Wat staat er op de kalender? In hoeverre kennen we de woorden van de woordenschat? Moeten we onze rubriek nog een keer doornemen om te kijken of we of we vooruitgang boeken?

 

Het is een dynamisch bord, de leerlingen zullen tijdens het project dingen toevoegen en weghalen. De projectbordmanager heeft hier de leiding over en is hier verantwoordelijk voor. Probeer deze leerling hierin te coachen door tijdens het project soms even stil te staan en misschien voorzichtig een hint te geven of  de juiste richting op te sturen vanuit een kritische vraag.

 

In het begin zal je als coach nog veel moeten sturen aangezien de verantwoordelijkheid nieuw is voor de leerlingen. Als je al wat langer met PBL bezig bent zal de groep beter weten wat de bedoeling is en hoef je minder te sturen. 

Na elk project wissel je de rollen in de groep, het kan fijn werken om de leerlingen die hun rol hebben opgegeven te koppelen aan de leerling die de rol net aangewezen hebben gekregen. Ze kunnen de leerlingen tips geven en begeleiden. Zodra de leerlingen begrijpen wat de bedoeling is zal de begeleiding niet meer nodig zijn en moet deze komen te vervallen.  

Deelvraag 1

Hoofdvraag

Hoe kunnen we een tiny house ontwerpen voor onze klanten?

Doel

De leerlingen leren meer over tiny houses en gaan onderzoek doen vanuit hun noodzakelijke vragen. 

Leerdoel

– kritisch denken

– creatief denken

– probleem oplossen

– computational thinking

– informatie vaardigheden

– ICT-basis vaardigheden

– mediawijsheid

– communiceren

– samenwerken

– zelfregulering / autonomie 

– intrinsieke motivatie

– plannen

– creativiteit

1 – De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2- De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

12 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Nederlands | Mondeling | Gesprekken voeren

2 – deelnemen aan geplande en ongeplande gesprekken: – om informatie uit te wisselen (bijv. over gebeurtenissen, n.a.v. prentenboeken, of om elkaar te helpen); – voor discussie en overleg (bijv. over spel, ervaringen, activiteiten)

2 – blijven bij het gespreksonderwerp

2 – kennismaken met en gebruiken van elementaire gespreksregels (bijv. op de beurt wachten en naar elkaar luisteren)

Nederlands | Mondeling | Luisteren

2 – gebruiken van eenvoudige signaalwoorden (bijv. en toen, omdat) voor samenhang in een verhaal

Nederlands | Mondeling | Woordgebruik en woordenschat

1, 2, 12 – (nieuwe) woorden kiezen en gebruiken

Informatievaardigheden (SLO):

STAP 2: Zoekstrategieën bepalen 

− bepalen van digitale bronnen waarin bruikbare informatie te vinden is

STAP 3: Verwerven en selecteren van informatie 

– verzamelen van informatie met behulp van de gekozen zoekstrategie 

− beoordelen of de verworven informatie bruikbaar, betrouwbaar en representatief is 

− schakelen tussen meerdere digitale informatiebronnen om informatie te vergelijken.

 

Leerdoelen van vakgebieden bij de kopieerbladen staan in dat document genoteerd.

Beoordeling

Goed om te weten

Probeer het dieper denken bij leerlingen te bereiken. Wat is nu echt de vraag hier? 

Ze moeten het doel inzien en eigen maken om de intrinsieke motivatie te vergroten.

Tijdens de introductie krijgen de leerlingen informatie over het onderwerp en gaan ze achterhalen welke kennis ze missen om de hoofdvraag te beantwoorden. 

Planning

Introductie

De leerlingen bouwen hun droomhuis in Mindcraft/met lego.

Geef de leerlingen een aantal criteria waar ze aan moeten voldoen.

Als ze de huizen gebouwd hebben delen ze deze vanuit de Gallery walk.

 

Als ze de opdracht hebt afgerond maak je de sprong naar het project vanuit de volgende vragen:

– Waar heb je aan gedacht bij het bouwen van je droomhuis?

– Denk je dat dit in het echte leven een goed huis zou zijn? Waarom wel of waarom niet

– Waar denk je dat mensen aan moeten denken bij het ontwerpen van een huis?

 

Geef aan dat ze als eindproduct een tiny house gaan bouwen.

Het streven is om echte klanten in school te halen, dit kunnen ouders/leerkrachten/etc. zijn.

De leerlingen gaan een gesprek aan met hun klanten en ontwerpen het huis vanuit de wensen van de klant.

 

Vragen om te achterhalen wat leerlingen al weten over tiny houses. (voorkennis ophalen)

– Wat is een tiny house?

– Wie zouden er in een tiny house wonen? Zou jij erin willen wonen?

– Waarom bouwen mensen een tiny house?

–  Heb je ooit een tiny house gezien? Heb je hem in het echt gezien of op de tv? Waar was je benieuwd naar toen je hem zag?

– Waar moeten we aan denken bij het maken van de plattegrond die wordt gebruikt om een ​​huis te bouwen?

– Waar denk je dat gezinnen die een tiny house willen kopen naar op zoek zijn?

– Hoeveel zou een tiny house kosten en welke kosten denk je dat er zijn om zo’n huis te bouwen?  (optioneel)

 

Noodzakelijke vragen opstellen.

Laat de leerlingen bedenken wat ze moeten weten om een tiny house te kunnen bouwen.

De vragen moeten zoveel mogelijk vanuit de leerlingen komen, maar probeer deze ook aan bod te laten komen:

– Hoe groot kan een tiny house zijn?

– Hoeveel mensen kunnen er in een tiny house wonen?

– Kan een tiny house meer dan één verdieping hebben?

– Hoe kunnen we erachter komen wat de wensen van onze klanten zijn?

– Hoeveel geld kost een tiny house?

– Waarom kopen mensen een tiny house?

– Hoe teken in een plattegrond?

 

Onderzoek

De leerlingen gaan antwoorden zoeken op hun noodzakelijke vragen.

Dit kan online of vanuit materialen aangeboden vanuit jullie.

Hieronder vinden jullie een aantal documenten die uitgeprint en gebruikt kunnen worden. (Let op: Dit zijn realistische materialen dus niet aangepast op de leeftijd en/of vaardigheden van kinderen)

Brochure Tiny House Company Catalogus

Brochure tiny houses Greenbuild

Brochure Tiny House Store  (Auropa Company)

Algemene informatie over de 6 tiny houses (kleine woningen) Veemarkt. (Hulpmiddel bij vragenlijst voor klanten)  

 

De gevonden antwoorden worden samengevoegd en met elkaar gedeeld (klassikaal of in kleine groepjes).

Laat de leerlingen hun naam op de noodzakelijke vragen schrijven en bewaar ze voor de eindreflectie. 

 

Inspiratie en motivatie

🇳🇱 Nederlands:

– Video’s 

Shirly en Roy wonen in een Tiny House || LINDA.

Fleur (21) bouwde haar eigen Tiny House – Tiny House Tour #8

EuroParcs Tiny House

Een tiny house woonwijk opstarten:

Zo start je een Tiny House project – Tiny House Tour #5 (special)

Website

8 tiny house ontwerpen om je te inspireren

🇺🇸 Engels:

– Video’s

Adults take note! 13 year old builds a Tiny House for only $1500!

Tiny House Nation: A Modern Bohemian Tiny Home (Season 4, Episode 2) | FYI

 

Vooruitblik op het project

Rubriek en hoofdvraag

Bekijk en bespreek de rubriek en de hoofdvraag met de leerlingen. 

Laat de leerlingen weten wat je van ze verwacht binnen dit project.

Reflectie op introductie:

– Over welk onderdeel van dit project ben je het meest enthousiast? Waarom? 

– Welk deel van dit project zal volgens jou de grootste uitdaging voor worden? Waarom? 

– Heb je na het onderzoek nieuwe noodzakelijke vragen die je graag aan het projectbord zou willen toevoegen?

 

Publiek

Ga op zoek naar klanten voor de tiny houses.

Deze klanten moeten 2 keer langs kunnen komen (live of online)

Eén keer voor het interview aan het begin van het project en één keer voor het presenteren van het eindproduct. 

 

Voeg de materialen toe aan het projectbord.

De leerlingen voegen de noodzakelijke vragen en de antwoorden ook toe aan het projectbord.

Extra opdrachten

kritisch denken

Huizen van de 3 biggetjes

Laat de leerlingen een huis bouwen van verschillend materiaal: ijsstokjes, papier, karton, plastic (van plastic flessen), takjes, steen, klei, rietjes.
Lees het verhaal van de wolf en de drie biggetjes voor en stop met lezen na het eerste omgeblazen huis. Wat zouden zij doen?
Bepaal met welk materiaal de leerlingen aan de slag gaan en hoelang ze de tijd krijgen voor het bouwen van het huis.
Test de huizen uit door bijvoorbeeld gebruik te maken van een föhn (eerlijk testmiddel).
Taal toevoegen: Laat de leerlingen beschrijven waarom ze het huis op deze manier gebouwd hebben.

Mogelijke beoordeling: Het huis biedt voldoende stevigheid en kan de minimale blaaskracht doorstaan.

art

Moodboard maken

De leerling maken een persoonlijk moodboard van minimaal 10 afbeeldingen. Laat kleuren, vormen en materialen terugkomen in het moodboard.

Mogelijke beoordeling:
- Geeft het een duidelijke sfeer/samenhang weer.
- Beschrijving over het moodboard

art

Materiaal en structuur

Laat de leerlingen verschillende kleuren mixen om de juiste kleuren voor de meubels/inrichting te krijgen. Laat ze daarna kleuren op verschillende oppervlaktes om kennis te maken met verschillende structuren.
Laat ze eventueel een eigen soort behang ontwerpen.

Mogelijke beoordeling: Kleurgebruik en creativiteit.

Einde

Deelvraag 2

Deelvraag

Hoe zijn tiny houses ontworpen en gebouwd?

Doel

De leerlingen gaan onderzoeken hoe huizen gebouwd worden en maken hun eigen plattegrond en beschrijving over de indeling van het huis.

Leerdoel

– kritisch denken

– creatief denken

– probleem oplossen

– ICT-basis vaardigheden

– communiceren

– samenwerken

– zelfregulering / autonomie 

– intrinsieke motivatie

– creativiteit

1 – De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2- De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

3 – De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. 

4 – De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.

6 – De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.

10 – De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

12 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Nederlands | Mondeling | Gesprekken voeren & luisteren

Mondelinge taalvaardigheden

1 – luisteren naar en begrijpen van: – prentenboeken; – verhalen; – gedichten; – (toneel)voorstellingen; – belevenissen van volwassene of kind; – informatie over concrete onderwerpen; – mening anderen

1 – benoemen thema/onderwerp van tekst

1 – oefenen met het afstemmen van manier van luisteren op doel

1 & 2 & 3 – (met hulp) reflecteren op de uitvoering van de luistertaak

1 & 2 & 10 – (met hulp) inzetten van luisterstrategieën

1 & 2 – vertellen voor vertrouwd publiek: – uitleg geven (bijv. bij een tekening); – een verhaal vertellen of navertellen; – vertellen over een gebeurtenis of ervaring

2 & 3 – reageren op elkaar, vragen stellen en beantwoorden

2 & 3 – blijven bij het gespreksonderwerp

2 & 3 – (met hulp) vormen van eigen mening over (een inhoudselement van) een tekst

 

Nederlands | Mondeling | Woordgebruik en woordenschat

1, 2, 12 – (nieuwe) woorden kiezen en gebruiken

 

Schriftelijke taalvaardigheden

4 & 6 – bekijken en lezen van (beeld-)tekst om informatie op te doen

4 & 6 – kennismaken met: – informatieve teksten (bijv. informatieve prentenboeken, nieuwsberichtjes op het prikbord, weerbericht op website); – instructieve teksten (bijv. pictogrammen voor dagelijkse handelingen, recept, bouwtekening); – betogende teksten (bijv. een oproep, reclame)

 

Informatievaardigheden (SLO):

STAP 2: Zoekstrategieën bepalen 

− bepalen van digitale bronnen waarin bruikbare informatie te vinden is

STAP 3: Verwerven en selecteren van informatie 

– verzamelen van informatie met behulp van de gekozen zoekstrategie 

− beoordelen of de verworven informatie bruikbaar, betrouwbaar en representatief is 

− schakelen tussen meerdere digitale informatiebronnen om informatie te vergelijken.

 

Leerdoelen van vakgebieden bij de kopieerbladen staan in dat document genoteerd.

Beoordeling

Planning

Activiteit 1, een huis bouwen

Lees voor uit boeken die gaan over het bouwen van huizen. Bijvoorbeeld De wolf en de drie biggetjes of Willewete – Een huis houwen. 

Laat de leerlingen notities maken over de informatie die ze vanuit de verhalen krijgen en kunnen gebruiken bij het ontwerpen of bouwen van hun eigen huis. 

Je kan er ook voor kiezen de leerlingen in groepjes de boeken te laten lezen en notities te laten maken. 

 

Activiteit 2, rekenen

Bekijk of er vanuit de rekenmethode een aansluiting is bij dit onderdeel. Te denken aan:

groep 3: Links-rechts, blokkenbouwsel, begin verkennen lengte, gewicht, inhoud, omtrek, oppervlakte

groep 4: meter en centimeter, oppervlakte, blokkenbouwsel, waar stond de fotograaf

Laat de leerlingen de plattegrond bekijken en achterhalen wat de maten van de meubels zijn (groep 3: 1 blokje, 2 blokjes/  groep 4: 1 meter, 2 meter)

Laat ze eventueel bepalen hoe lang en breed het huis is. Dit kan eventueel ook uitgetekend worden op de speelplaats om een beter begrip te krijgen over de meter. Er kan dan ook een visueel vergelijk worden gemaakt tussen het Tiny House in centimeter en meter. ALs er voldoende ruimte is zouden er meerdere huizen getekend kunnen worden en worden ingericht door de leerlingen. Ze moeten dan ook de meubels “omrekenen”/tekenen in meters. 

 

Activiteit 3, eigen plattegrond maken (Zie werkboek tiny house | Leerlingdocument | Groep 3 of 4)

Laat de leerlingen eventueel inspiratie opdoen op Bosman of gebruik de brochures van deelvraag 1.

Ze gaan nu hun eigen plattegrond maken.

– Als je bezoek krijgt van officiële klanten zal dit een voorbeeldplattegrond zijn die ze als voorbeeld aan de klanten kunnen presenteren. 

– Als jullie geen klanten laten komen gaan de leerlingen aan de slag met de officiële plattegrond die ze voor het eindproduct gaan gebruiken. Hierbij kun je dan ook een aantal onderdelen van dit project overslaan. 

– Bespreek nogmaals hoe groot het Tiny House is en waarom het deze maten heeft (Zie achtergrondinformatie RDW, wij hebben de plattegrond afrond naar 3 meter om tegemoet te komen aan de vaardigheden van de leerlingen.)

– Bepaal ook hoeveel verdiepingen het huis mag hebben.

 

Achtergrondinformatie van de RDW:

Een tiny house mag een woonoppervlak van hoogstens 50 m2 hebben, maar doorgaans wordt een maximum van 28 m2 aangehouden. 

Een huisje op wielen mag maximaal 13,60 meter lang, 2,60 meter breed en 4 meter hoog zijn. 

Als je met het tiny house daadwerkelijk de weg op wil, mag hij een maximumgewicht van 3500 kg hebben.

 

Activiteit 4, taal/spelling

Laat de leerlingen een beschrijving maken over de indeling van het huis. Hoe hebben ze de ruimte zo goed mogelijk benut.

Laat ze eventueel onderzoek doen naar de indeling van bestaande tiny houses. De ideeën die ze opdoen kunnen ze verwerken in hun eigen indeling.  

Website met meer informatie over het inrichten van een tiny house.

Tiny House Inrichting

 

Noodzakelijke vragen

Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef de leerlingen de tijd om hier onderzoek naar te doen.

 

Reflectie einde deelvraag

– Waar ben je het meest trots op in je tiny house-ontwerp? Waarom?

– Weet je hoe lang een meter is? Is er iets dat je nog steeds verwarrend vindt?

– Is er iets dat je je nog steeds afvraagt ​​over hoe huizen worden ontworpen en gebouwd?

(Zo ja, maak er een noodzakelijke vraag van)

Indeling teams

Bepaal nu hoe jullie te werk gaan. 

De leerlingen kunnen individueel of in teams van 2-3 een tiny house ontwerpen.

Als er in teams gewerkt gaat worden kan een Kanban board helpen bij de samenwerking en beoordeling. (Zie link met informatie onder de planning)

Extra opdrachten

art

Een designer meubelstuk

Design je eigen meubelstuk en maak hem van klei.

art

Een wolkenkrabber van rietjes

Bouw een zo hoog mogelijke toren die ook stabiel staat en gewicht kan dragen. Spreek van te voren af welk gewicht de toren moet kunnen dragen (1,2,3,etc. munten)

Mogelijke beoordeling: Rekenen: Schaal laten toevoegen een de opdracht.
Taal: Laten voorspellen welke toren gaan winnen en waarom.
Begrijpend lezen: Onderzoek laten doen naar het bouwen van een stevige toren.

creativiteit

Multifunctioneel meubelstuk

Ontwerp een meubelstuk met meerdere functies. Bijvoorbeeld een kast die voor meerdere doeleinde gebruikt kan worden. Of een bed die op een bepaalde manier ontworpen is zodat hij niet te veel in de weg staan. Wat zou handig zijn in een Tiny House?

Einde

Deelvraag 3

Deelvraag

Hoe kunnen we te weten komen wat de wensen zijn van onze klanten voor hun tiny house?

Doel

De leerlingen gaan vragen opstellen om meer te weten te komen over de wensen van de klanten voor het tiny house.

Leerdoel

– kritisch denken

– creatief denken

– probleem oplossen

– ICT-basis vaardigheden

– communiceren

– samenwerken

– zelfregulering / autonomie 

– intrinsieke motivatie

– plannen

– creativiteit

1 – De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2- De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

3 – De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. 

4 – De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.

6 – De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.

10 – De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

12 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Nederlands | Mondeling | Gesprekken voeren & luisteren

Mondelinge taalvaardigheden

1 – luisteren naar en begrijpen van: – prentenboeken; – verhalen; – gedichten; – (toneel)voorstellingen; – belevenissen van volwassene of kind; – informatie over concrete onderwerpen; – mening anderen

1 & 2 & 10 – (met hulp) inzetten van luisterstrategieën

1 & 2 – vertellen voor vertrouwd publiek: – uitleg geven (bijv. bij een tekening); – een verhaal vertellen of navertellen; – vertellen over een gebeurtenis of ervaring

2 & 3 – reageren op elkaar, vragen stellen en beantwoorden

2 & 3 – blijven bij het gespreksonderwerp

 

Nederlands | Mondeling | Woordgebruik en woordenschat

1, 2, 12 – (nieuwe) woorden kiezen en gebruiken

 

Schriftelijke taalvaardigheden

4 & 6 – bekijken en lezen van (beeld-)tekst om informatie op te doen

4 & 6 – kennismaken met: – informatieve teksten (bijv. informatieve prentenboeken, nieuwsberichtjes op het prikbord, weerbericht op website); – instructieve teksten (bijv. pictogrammen voor dagelijkse handelingen, recept, bouwtekening); – betogende teksten (bijv. een oproep, reclame)

 

Informatievaardigheden (SLO):

STAP 2: Zoekstrategieën bepalen 

− bepalen van digitale bronnen waarin bruikbare informatie te vinden is

STAP 3: Verwerven en selecteren van informatie 

– verzamelen van informatie met behulp van de gekozen zoekstrategie 

− beoordelen of de verworven informatie bruikbaar, betrouwbaar en representatief is 

− schakelen tussen meerdere digitale informatiebronnen om informatie te vergelijken.

 

Leerdoelen van vakgebieden bij de kopieerbladen staan in dat document genoteerd.

Beoordeling

Goed om te weten

Bij deze activiteit moeten de klanten naar school komen.

Maak een planning voor het bezoek van de klanten. Tijdens deze deelvraag gaan de leerlingen zich voorbereiden op het interview en het interview met de klanten houden.

 

Planning

Activiteit 1, vragenlijst voor de klanten (Zie werkblad in document kopieerbladen – Vragen voor de klanten)

Laat ze in teams of individueel beginnen met het nadenken over hun eigen lijst met vragen en deel hun vragen vervolgens met de hele groep om een ​​klassikale vragenlijst te ontwikkelen. 

Je kan er ook voor kiezen om vanaf het begin klassikaal te werken en zo samen een vragenlijst op te stellen. 

Probeer de leerlingen te helpen door de volgende startersvragen te stellen:  

– Welke beslissingen heb je moeten nemen toen je het huis ging ontwerpen? 

– Zou je iets moeten weten over de familie die in het huis gaat wonen? 

– Als iemand voor jou een huis zou bouwen, wat zou je dan willen weten over deze persoon?

– Als iemand een huis voor jouw gezin gaat bouwen, wat wil je dan dat hij of zij weet over jullie gezin?

 

Activiteit 2, voorbereiding op het interview (Zie werkblad in document kopieerbladen – Antwoorden op de vragen)

De leerlingen gaan tijdens deze deelvraag in gesprek met hun klanten. 

Is het de eerste keer dat ze zo’n gesprek voeren? Neem dan de tijd om het goed voor te bereiden. 

Je kan er voor kiezen een gesprek voor te doen in de klas. Laat 1 groepje in gesprek gaan met jou als de klant. Vraag kritische vragen zoals de klant ook zou doen, en ben zo professioneel mogelijk. Laat de andere leerlingen eventueel notities opschrijven, wat gaat goed en waar moeten ze rekening mee houden? Maak hier eventueel een lijst van die leerlingen kunnen gebruiken bij het observeren van elkaar. Laat de leerlingen nu onderling oefenen in kleine groepjes en laat ze reflecteren op elkaar. 

Als de leerlingen er klaar voor zijn gaan ze in gesprek met de klanten. 

Bepaal of de leerlingen na het gesprek een bedankbriefje schrijven voor de tijd die de klanten hebben vrijgemaakt en dat ze hun best gaan doen om hun droomhuis te realiseren.  

 

Noodzakelijke vragen

Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef de leerlingen de tijd om hier onderzoek naar te doen.

 

Reflectie einde deelvraag

– Hoe voelde het om volwassen klanten te interviewen voor een project? 

– Werkte jullie team goed samen tijdens het interview? 

– Hoe had je de samenwerking kunnen verbeteren? 

– Heb je ideeën opgedaan uit het interview? 

– Hadden de klanten wensen die misschien moeilijk zijn om toe te passen?

– Wat zijn jouw verwachtingen over het project nu je het interview gehad hebt?

Extra opdrachten

drama

Interview

Laat de leerlingen een onderwerp bedenken voor een interview en wat er mis gaat tijdens dit interview. Tijdens het spel mogen er andere leerlingen mee doen, zo kan het zijn dat er een collega of een ander persoon binnen komt lopen.

art

Schilderij

Ontwerp een schilderij vanuit de invloeden van Hundertwasser.
Bepaal wat voor een soort schilderij je wilt maken. Wil je dat vrijwel elk huishouden het zou kunnen gebruiken (denk aan IKEA) of wil je een uniek schilderij?

Reflectie in portfolio

Kies een opdracht uit van de eigen leerroute en voeg hem toe aan het portfolio.

Einde

Deelvraag 4

Deelvraag

Welke wensen van de klanten kunnen we verwerken in het tiny house?

Doel

De leerlingen gebruiken de wensen van de klanten om een nieuwe, officiële plattegrond te maken. 

Leerdoel

– kritisch denken

– creatief denken

– probleem oplossen

– ICT-basis vaardigheden

– communiceren

– samenwerken

– zelfregulering / autonomie 

– intrinsieke motivatie

– plannen

– creativiteit

1 – De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2- De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

3 – De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. 

4 – De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.

6 – De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.

10 – De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

12 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Nederlands | Mondeling | Gesprekken voeren & luisteren

Mondelinge taalvaardigheden

1 – luisteren naar en begrijpen van: – prentenboeken; – verhalen; – gedichten; – (toneel)voorstellingen; – belevenissen van volwassene of kind; – informatie over concrete onderwerpen; – mening anderen

1 & 2 & 10 – (met hulp) inzetten van luisterstrategieën

1 & 2 – vertellen voor vertrouwd publiek: – uitleg geven (bijv. bij een tekening); – een verhaal vertellen of navertellen; – vertellen over een gebeurtenis of ervaring

2 & 3 – reageren op elkaar, vragen stellen en beantwoorden

2 & 3 – blijven bij het gespreksonderwerp

 

Nederlands | Mondeling | Woordgebruik en woordenschat

1, 2, 12 – (nieuwe) woorden kiezen en gebruiken

 

Schriftelijke taalvaardigheden

4 & 6 – bekijken en lezen van (beeld-)tekst om informatie op te doen

 

Leerdoelen van vakgebieden bij de kopieerbladen staan in dat document genoteerd.

Beoordeling

Planning

Activiteit 1, de informatie van de klanten organiseren (Zie werkblad in document kopieerbladen – Antwoorden ordenen)

Laat de leerlingen de informatie die ze gekregen hebben ordenen in dit schema.

(In deze link staat het volledige schema die jullie op het bord kunnen presenteren.)

 

Activiteit 2, plattegrond maken en beschrijving schrijven (Werkboek tiny house – Leerlingdocument)

Laat de leerlingen de officiële plattegrond voor hun klanten maken. Hierbij gebruiken ze alle informatie die ze tot nu toe gevonden hebben.

Nadat ze de plattegrond hebben gemaakt maken ze een beschrijving over de plattegrond, hoe hebben ze de ruimte zo optimaal mogelijk benut.

 

Noodzakelijke vragen

Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef de leerlingen de tijd om hier onderzoek naar te doen.

 

Reflectie einde deelvraag

– Op welke ideeën/oplossingen van jullie plattegrond ben je trots? 

– Hoe goed heeft jullie team tot nu toe samengewerkt? 

– Hoe zou je de samenwerking in de toekomst kunnen verbeteren? 

– Is er iets aan je tiny house dat volgens jou moet worden verbeterd voordat het definitieve ontwerp klaar is?

Extra opdrachten

creativiteit

De inrichting

De leerlingen bepalen met welke materialen en kleuren ze het huis willen inrichten. In deelvraag 1 (Materialen en structeren) hebben ze hier al kennis mee gemaakt. Laat ze per kamer bepalen welke materialen en kleuren ze daar toepassen en waarom.

art

3D stad maken

Maak in een paar makkelijke stappen een 3D stad.

drama

Aanbelspel

De leerlingen bellen aan bij een huis. Op het kaartje staat waarom ze aanbellen. De bewoners mogen niet zomaar de deur dicht doen.
Als de coach 'Freeze' zegt stopt het spel en mag de klas bedenken wat er voorvalt, daarna spelen ze het spel verder.

Einde

Deelvraag 5

Deelvraag

Hoe kunnen we onze tiny houses aanpassen zodat ze perfect zijn voor de klanten?

Doel

De leerlingen krijgen feedback op hun plattegrond en beschrijving en ronden dit deel af. Daarna maken ze een 3D-model vanuit hun plattegrond en beschrijving.

Leerdoel

– kritisch denken

– creatief denken

– probleem oplossen

– ICT-basis vaardigheden

– communiceren

– samenwerken

– zelfregulering / autonomie 

– intrinsieke motivatie

– plannen

– creativiteit

1 – De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2- De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

3 – De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. 

4 – De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.

6 – De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.

10 – De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

12 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Nederlands | Mondeling | Gesprekken voeren & luisteren

Mondelinge taalvaardigheden

1 – luisteren naar en begrijpen van: – prentenboeken; – verhalen; – gedichten; – (toneel)voorstellingen; – belevenissen van volwassene of kind; – informatie over concrete onderwerpen; – mening anderen

1 & 2 & 10 – (met hulp) inzetten van luisterstrategieën

1 & 2 – vertellen voor vertrouwd publiek: – uitleg geven (bijv. bij een tekening); – een verhaal vertellen of navertellen; – vertellen over een gebeurtenis of ervaring

2 & 3 – reageren op elkaar, vragen stellen en beantwoorden

2 & 3 – blijven bij het gespreksonderwerp

 

Nederlands | Mondeling | Woordgebruik en woordenschat

1, 2, 12 – (nieuwe) woorden kiezen en gebruiken

 

Schriftelijke taalvaardigheden

4 & 6 – bekijken en lezen van (beeld-)tekst om informatie op te doen

 

Leerdoelen van vakgebieden bij de kopieerbladen staan in dat document genoteerd.

Beoordeling

Planning

Activiteit 1, reflecteren op elkaars werk

Laat de leerlingen reflecteren op elkaars werk door 2 teams samen te brengen.

Zie activiteit: link

 

Activiteit 2, laatste aanpassingen aan de plattegrond (Werkboek tiny house – Leerlingdocument)

Nu dat de leerlingen hebben gereflecteerd op elkaars werk gaan ze de feedback verwerken in hun eindproduct. Herinner de leerlingen eraan dat het gaat om de wensen van de klanten. Dus als ze feedback hebben gekregen die tegen de wensen van de klanten ingaat hoeven ze deze niet te verwerken.

 

Activiteit 3, 3D-model bouwen (Werkboek tiny house – Leerlingdocument)

Als de leerlingen de feedback hebben verwerkt gaan ze beginnen aan hun 3D-model.

Bedenk op voorhand welk materiaal de leerlingen mogen gebruiken bij dit model.

Per leerjaar kan bekeken worden in hoeverre het 3D-model op schaal gemaakt moet worden. 

Er kan gekozen worden voor; 

– precieze afmetingen, 

– globale afmetingen maar wel de maten laten noteren (meter, centimeter, etc), 

– of zonder afmetingen.

 

Noodzakelijke vragen

Hebben de leerlingen nieuwe noodzakelijke vragen die ze willen beantwoorden? Geef de leerlingen de tijd om hier onderzoek naar te doen.

 

Reflectie einde deelvraag

– Hoe voelde het om feedback te krijgen over je product? 

– Heb je na de feedback dingen kunnen veranderen? Waarom wel of waarom niet? 

– Was het makkelijk of moeilijk voor je om feedback te geven aan je klasgenoten? Waarom?

Extra opdrachten

art

Voorzieningen in de buurt

Maar een voorziening die in de buurt staat en bijzonder is om te benoemen, bijvoorbeeld een park /speeltuin / winkel /bezienswaardigheid. Bepaal zelf hoe je het gaat maken. Welke materialen heb je nodig. Probeer het een beetje op schaal te maken. (Realistisch ten opzichten van het tiny house.)

Taal

Brochure

Maak foto's van het huis en verwerk het in een brochure van 1 pagina.

ict

Reclame/ informatievideo

Maak een reclame of informatievideo over de woning. Schrijf eerst een script om er voor te zorgen dat alle belangrijke informatie aan bod komt. Het kan ook als een toneelstukje uitgevoerd worden.

Einde

Deelvraag 6 - Eindproduct

Deelvraag

Hoe kunnen we onze tiny houses delen met onze klanten?

Doel

Leerlingen gaan hun eindproduct (3D-model) presenteren aan hun klanten.

Leerdoel

– kritisch denken

– creatief denken

– probleem oplossen

– ICT-basis vaardigheden

– communiceren

– samenwerken

– zelfregulering / autonomie 

– intrinsieke motivatie

– plannen

– creativiteit

1 – De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2 – De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

12 – De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Nederlands | Mondeling | Luisteren

2 – gebruiken van eenvoudige signaalwoorden (bijv. en toen, omdat) voor samenhang in een verhaal

 

Nederlands | Mondeling | Woordgebruik en woordenschat

1, 2, 12 – (nieuwe) woorden kiezen en gebruiken

 

Leerdoelen van vakgebieden bij de kopieerbladen staan in dat document genoteerd.

Beoordeling

Goed om te weten

Bij deze activiteit moeten de klanten naar school komen.

Maak een planning voor het bezoek van de klanten. Tijdens deze deelvraag gaan de leerlingen hun eindproduct presenteren. 

 

Planning

Activiteit 1, presentatie voorbereiden

Voordat de klanten naar school komen gaan de leerlingen hun presentatie voorbereiden en oefenen. Laat ze opschrijven wat ze willen zeggen en hoe ze dit willen zeggen.

Help de leerlingen hierbij door aan te geven wat belangrijk is om te vertellen tijdens de presentatie:

– afmetingen

– speciale meubels

– wensen van de klanten die in het huis verwerkt zijn 

– etc.

 

Om het meer vanuit de leerlingen te laten komen kan je gezamenlijk een lijst samenstellen van onderdelen die ze aan bod willen laten komen tijdens de presentatie. Nodig de klanten weer uit en laat de leerlingen hun eindproduct presenteren.

 

Activiteit 2, eindproduct presenteren

Nodig de klanten weer uit en laat de leerlingen hun eindproduct presenteren.

Je kunt er voor kiezen klassikaal te beginnen waarbij de leerlingen kort vertellen wat ze hebben gedaan om tot het eindproduct te komen. Hoe ze onderzoek hebben gedaan en het eindproduct in deze staat hebben gekregen.

 

Moedig de klanten aan kritische vragen te stellen en feedback te geven aan de leerlingen. 

Bedenk of je de klanten alleen mondeling feedback wilt laten geven of dat je ze ook een feedbackformulier wilt laten invullen. 

 

Maak een tijdsplanning waarin tijd is opgenomen om het succes van de leerlingen te vieren. Kijk of je na de presentatie op school of online een plek kan vinden voor de eindprojecten van de leerlingen.

 

Activiteit 3, eindreflectie

Laat de leerlingen hun eerste noodzakelijke vragen bekijken om te laten zien hoeveel ze geleerd hebben tijdens dit project.

 

Pak daarna het portfolio en de rubriek erbij om te reflecteren op het project.



Afsluiting project

Bespreek het proces met de leerlingen. Hoe zijn we begonnen en wat hebben we geleerd?

Pak de rubriek van de 21-e eeuwse vaardigheden erbij en bespreek de doelen. Waar hebben ze vooruitgang in geboekt en hoe hebben ze dit gedaan? Waar zouden ze tijdens het volgende project graag aan blijven werken en welke nieuwe doelen stellen ze zichzelf?

Laat ze terug kijken op het hele proces, waar zijn ze het meest trots op? 

Je kan er voor kiezen ze dit op te laten schrijven en op de muur te hangen. 

Rolverdeling tijdens project

Bespreek de samenwerking in de groep. Hoe vonden de leerlingen het om een specifieke rol te hebben? Waar hadden ze moeite mee en wat ging ze goed af? Welke tips hebben ze voor de leerlingen die de volgende keer deze rol op zich zullen nemen?

Extra opdrachten

creativiteit

Open huis

Om klanten aan te trekken organiseren de leerlingen een open huis feest. Hoe gaan ze er voor zorgen dat ze naar hun feest komen?

Social Media advertentie

Maak een advertentie voor Social Media. Waar heb je een gedacht bij het maken van deze content. Heb je je verdiept in de wereld van de social media?

Reflectie

Kies een optie uit van de persoonlijke leerroute en voeg het toe aan het portfolio

Einde

© 2022 Uniek Onderwijs, alleen voor klanten. Delen is strafbaar.

Volg ons

Uniek Onderwijs – Den Haag

+316 2838 0555 | info@uniekonderwijs.com